10.8 Waardoor-verbanden

Hier bespreken we in de toekomst de oorzakelijke verbanden die voortvloeien uit natuurkundige krachten. Anders geformuleerd, we bespreken in dit hoofdstuk wel de waardoor vraag, maar niet waarom vraag. Zonder bespreking hiervan lichten we de opbouw van de vragencirkel niet volledig toe. Helaas hebben we aan dit onderwerp nog geen tijd besteed. Uw bijdrage is welkom.

10.9 Segmenteren

Het klinkt eenvoudig. Eerst leren we vormen te herkennen. Daarna voegen we plaats en tijd toe om gebeurtenissen te onthouden en als laatste voegen we de samenhang tussen gebeurtenissen toe. Hoe ingewikkeld kan het zijn? Toch blijkt deze schijnbare eenvoud bedrieglijk. Het opdelen van de werkelijkheid in samenstellende delen is een grote uitdaging voor ons brein. Zo groot, dat we vele jaren nodig hebben om alle kanten van de werkelijkheid te leren herkennen en begrijpen.

Het opdelen in afzonderlijke componenten is namelijk niet vanzelfsprekend. Standaard behandelt ons brein een waarneming als één geheel.10.9-1Burr D.C., Ross J. A visual sense of number. Curr. Biol. (2008)18:425–428. Grootte, belichting, plaats, tijd, snelheid en aantal komen tot ons als een eenheid.10.9-2Domenica Bueti and Vincent Walsh (2009) The parietal cortex and the representation of time, space, number and other magnitudes Philosophical Transactions B Het vermogen het vermogen om deze afzonderlijke componenten te onderscheiden groeit langzaam en stap voor stap. Met elke nieuwe toevoeging leren we de (directe) toekomst beter te voorspellen.10.9-3Demis Hassabis, Eleanor A. Maguire (2009) The construction system of the brain Phil. Trans. R. Soc. B 2009 364 1263-1271; DOI: 10.1098/rstb.2008.0296.

Voor vijfjarigen zijn tijd, afstand en snelheid nog één concept. Treinen die verder rijden doen dat voor vijfjarigen in meer tijd, met hogere snelheid en over grotere afstand. Vijftienjarigen onderscheiden tijd, snelheid en afstand wel als afzonderlijke concepten. In de overgangsperiode is sprake van verwarring tussen de drie concepten: tijd verwarren we regelmatig met afstand, afstand verwarren we met tijd, snelheid verwarren we met afstand en tot op zekere hoogte met eindpunt.10.9-4Siegler, R. S., & Richards, D. D. (1979). Development of time, speed, and distance concepts. Developmental Psychology, 15(3), 288-298. Waarschijnlijk maken we op jonge leeftijd eerst paarsgewijze combinaties — tijd + afstand of tijd + snelheid — voordat we alle drie concepten begrijpen. Het enkelvoudige begrip van tijd, afstand en snelheid is, los van de leeftijd, gemakkelijker te begrijpen dan de afgeleide verbanden met bijvoorbeeld begintijd en eindtijd waarbij we de afstand en snelheid moet berekenen.10.9-5Crépault, J. (1993). Temporal reasoning: What develops? Psychologica Belgica, 33(2), 197-216.

Ook in de ontwikkelingspsychologie is aangetoond dat we schalen van groter, sneller, verder weg en helderder vaak als een eenheid zien en daardoor met elkaar verwarren.10.9-6Stavy R., Tirosh D. (2000) How students (mis-) understand science, mathematics: intuitive rules. Teachers College Press.,10.9-7Domenica Bueti, Vincent Walsh The parietal cortex and the representation of time, space, number and other magnitudes (2009) Kinderen baseren hun oordelen over grootheid vaak op onbelangrijke factoren. In een experiment zagen kinderen twee treinen over een baan rijden. Hoewel zij alle informatie kregen om te weten dat beide treinen even snel reden, beoordeelden zij de grotere trein als sneller wanneer de treinen in omvang verschilden. Een vergelijkbare fout maken kinderen bij het inschatten van tijdsduur.10.9-8Levin I. (1982) The nature and development of time concepts in children. The effects of interfering cues. In The developmental psychology of time Friedman W.J. pp. 47–85. Onderzoekers lieten kleuters beoordelen welke van twee lichten het langst werd weergegeven. De lichten verschilden in helderheid en grootte, en telkens oordeelden de kinderen dat de grotere of helderdere stimuli langer duurden.

Deze intuïtieve uitleg beperkt zich niet tot kinderen.10.9-9Xuan B., Zhang D., He S., Chen X.C. (2007) Larger stimuli are judged to last longer. J. Vis. 7, 1–5. doi:10.1167/7.10.2. Ook volwassen proefpersonen laten zich bij het beoordelen van de duur van prikkels beïnvloeden door niet-tijdgebonden factoren, zoals grootte, helderheid en aantal. Naarmate deze factoren toenemen, beoordelen zij de prikkels als langduriger. Dit effect doet zich ook voor bij cijfers en tijd.10.9-10Oliveri M., Vicario C.M., Salerno S., Koch G., Turriziani P., Mangano R., Chillemi G., Caltagirone C. (2008) Perceiving numbers alters time perception. Neurosci. Lett. 438, 308–311. In een experiment maakten proefpersonen foutieve inschattingen van de duur van prikkels die als cijfers werden gepresenteerd, met een standaardcijfer 5 als uitgangspunt. Kleiner weergegeven cijfers leidden tot onderschatting van de duur, terwijl grotere cijfers juist een overschatting veroorzaakten.

Onze motoriek is de drijvende kracht achter het verzamelen van informatie, zoals het inschatten grootte en snelheid. Dit wordt onderbouwd in A Theory of Magnitude.10.9-11Walsh V. A theory of magnitude: common cortical metrics of time, space and quantity. Trends Cogn. Sci. 2003a;7:483–488. Schalen die we gebruiken voor beweging, passen we ook toe bij het begrijpen van hoeveelheden. Met andere woorden: de structuren die onze bewegingen aansturen, worden ook ingezet om abstracte eenheden, zoals aantallen, te interpreteren.
Beweging vormt de basis van ons denken: hoe beter we kunnen bewegen, hoe beter we in staat zijn te denken. Voor de bewijs hoeven we niet ver te zoeken.10.9--12Eero A. Haapala, Niina Lintu, Juuso Väistö, Tuomo Tompuri, Sonja Soininen, Anna Viitasalo, Aino-Maija Eloranta, Taisa Venäläinen, Arja Sääkslahti, Tomi Laitinen, Timo A. Lakka. Longitudinal Associations of Fitness, Motor Competence, and Adiposity with Cognition. Medicine & Science in Sports & Exercise, 2018; Studenten op het vwo behalen gemiddeld een punt hoger voor het vak lichamelijk oefening dan havo-leerlingen en die scoren weer een punt hoger dan mavo-scholieren. Een leuke gevolgtrekking is dat studieles zou moeten beginnen met gymnastiek!

Verschil factor en segment

In hoofdstuk 5 Kennisfactoren is het verschil tussen een factor en segment uitgelegd. Een kennisfactor draagt bij aan het bereiken van een doel, terwijl een segment dat niet per se hoeft te doen.

Nadat we vormen, ruimte en tijd onder de knie hebben, kunnen we gebeurtenissen opdelen. Onderzoekers van gebeurtenissegmentatie gebruiken vaak een werkwijze die bedacht is door Darren Newtson. Hierbij bekijken deelnemers een film en drukken ze op een knop wanneer naar hun oordeel een zinvolle gebeurtenis eindigt en een andere gebeurtenis begint. De vastgestelde gebeurtenisgrenzen zijn betrouwbaar tussen meerdere kijkers en bij dezelfde kijker op meerdere momenten.10.9-13Darren Newtson Foundations of attribution: the perception of ongoing behavior. In: Harvey JH, Ickes WJ, Kidd RF, editors. New directions in attribution research. Hillsdale, New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates; 1976. pp. 223–248.10.9-14Speer NK, Swallow KM, Zacks JM. Activation of human motion processing areas during event perception. Cognitive, Affective & Behavioral Neuroscience. 2003;3(4):335–345.

De grenzen die de kijkers identificeren, zijn meestal gemakkelijk te benoemen 'bouwstenen'. Deze bouwstenen komen overeen met subdoelen die een acteur nastreeft om het grotere doel van de activiteit te bereiken. Kijkers bouwen de gebeurtenisgrenzen hiërarchisch op: fijnkorrelige gebeurtenissen voegen ze samen in grotere grofkorrelige eenheden. Bijvoorbeeld, bij het bekijken van een film over een vrouw die een bed opmaakt, zien kijkers het verwijderen van de individuele kussenslopen als losse bouwstenen en het verwijderen van alle kussenslopen als een grotere gebeurtenis.10.9-15Zacks JM, Tversky B, Iyer G. Perceiving, remembering, and communicating structure in events. Journal of Experimental Psychology: General. 2001;130(1):29–58.

Blijkbaar is het opdelen van gebeurtenissen een normaal en geautomatiseerd onderdeel van onze waarneming – we passen vrijwel allemaal dezelfde opdelingsregels toe. Uit gedrags- en neuroimaging-gegevens leiden we af dat gebeurtenissegmentatie automatisch verloopt en over het algemeen consistent is tussen mensen, zowel gedragsmatig10.9-16David Stawarczyk, Olivier Jeunehomme, Arnaud D'Argembeau (2018) Differential Contributions of Default and Dorsal Attention Networks to Remembering Thoughts and External Stimuli From Real-Life Events Cerebral Cortex, Volume 28, Issue 11, November 2018, Pages 4023–4035 als neuraal.10.9-17Aya Ben-Yakov and Richard N. Henson (2018) The Hippocampal Film Editor: Sensitivity and Specificity to Event Boundaries in Continuous Experience Journal of Neuroscience 21 November 2018, 38 (47) 10057-10068;, 10.9-18Christopher Baldassano, Janice Chen, Asieh Zadbood, Jonathan W.Pillow, Uri Hasson, Kenneth (2017) A. Norman Discovering Event Structure in Continuous Narrative Perception and Memory Neuron Volume 95, Issue 3, 2 August 2017, Pages 709-721

Hoewel er geen gouden standaard bestaat om vast te stellen of iemand een film correct segmenteert, is er over het algemeen brede overeenstemming over de gebeurtenisgrenzen wanneer de veronderstelde doelen gelijk zijn. Als de segmentatie van een waarnemer afwijkt van deze norm, is de kans groot dat er iets misgaat in de perceptuele verwerking. Verschillen in segmentatie ontstaan meestal wanneer een kijker andere doelen kiest, de situatie daardoor anders interpreteert, en de aandacht verlegt. Dit leidt tot een andere opdeling, waardoor de structuur van de segmenten en de taken veranderen.10.9-19Zacks JM, Tversky B. Event structure in perception and conception. Psychological Bulletin. 2001;127(1):3–21
Het begrijpen van de doelen van een persoon vereist bovendien inzicht van de hiërarchie van doelen in tijd. Om het gedrag van een persoon correct te interpreteren, is voorkennis van deze doelen noodzakelijk, evenals begrip van de waarnemingsvoorkeuren en capaciteiten van de persoon.

Wanneer we de doelen van de betrokkenen begrijpen, verschuift onze focus naar bewegingen en kleinere segmenten.10-9-20Zacks JM. Using movement and intentions to understand simple events. Cognitive Science. 2004;28(6):979–1008. Het begrijpen van de hiërarchie van grotere doelen is echter essentieel om de activiteiten als geheel te doorgronden. Pas daarna richten we onze aandacht op de kleinere, doorslaggevende segmenten. Een correcte koppeling van doelen aan personen is hierbij van cruciaal belang voor een accurate segmentatie van hun activiteiten.

Het veranderen van perspectief van de eerste persoon (ik) naar de derde persoon (hij) verandert de opdeling van gebeurtenissen nauwelijks. Blijkbaar staat bij de segmentatie de waarnemingshoek los van de inhoud, zolang de situatie onveranderd blijft. Bij al onze waarnemingen zoeken we blijkbaar eerst naar de structuur van de onderliggende activiteit.10-9-21Khena M.Swallow, Jovan T.Kemp, Ayse Candan Simsek The role of perspective in event segmentation Cognition Volume 177, August 2018, Pages 249-262

Uit welke aanwijzingen leiden we een segment af? Een aanwijzing is een onverwachte verandering van een opvallend kenmerk, wat we uitleggen als een gebeurtenisgrens.10-9-22Zacks, J. M., Speer, N. K., Swallow, K. M., Braver, T. S., & Reynolds, J. R. (2007). Event perception: A mind-brain perspective. Psychological Bulletin, 133(2), 273–293. Opvallende kenmerken omvatten zowel zintuiglijke kenmerken, zoals kleur, geluid of beweging, als conceptuele eigenschappen, zoals oorzaak en gevolg verbanden en de doelen van betrokken personen.

Het veranderen van plaats speelt ook een belangrijke rol bij het opdelen van activiteiten in afzonderlijke gebeurtenissen. We gebruiken bewegingen om activiteiten van elkaar te onderscheiden.10-9-23Speer NK, Swallow KM, Zacks JM. Activation of human motion processing areas during event perception. Cognitive, Affective & Behavioral Neuroscience. 2003;3(4):335–345 De verwerking van bewegingsinformatie leidt tot het waarnemen van gebeurtenisgrenzen. Daarnaast is de opdeling van de ruimte waarin iets zich bevindt essentieel voor het begrijpen van objecten. Deze ruimtelijke ordening vormt een fundament voor onze perceptie en interpretatie van de wereld.10-9-24Biederman I. Recognition-by-components: A theory of human image understanding. Psychological Review. 1987;94(2):115–117.

Onderzoekers toonden aan dat ook segmentering in de tijd belangrijk is voor het begrijpen van gebeurtenissen. Zie hiervoor hoofdstuk 10.6 Tijd.

Of een verandering in aantal leidt tot een segment is nog niet duidelijk. Waarschijnlijk zorgen wijzigingen in kleine aantallen wel tot een knippunt, maar een verandering in grote aantallen niet. Vechten tegen één tegenstander is bijvoorbeeld geheel wat anders dan vechten tegen twee of drie tegenstanders, maar vechten tegen honderd of honderdtien tegenstanders maak in aantal niet veel verschil.

Onverwachte stappen en routekeuzes door personen resultaten vaak in een nieuw segment. Dit komt doordat we voortdurend acties van personen voorspellen, en ontbrekende of onverwachte acties leiden tot een breekpunt. Hetzelfde geldt voor onverwachte voorvallen die buiten de invloedssfeer van personen liggen. Wanneer informatie of stappen ontbreken die nodig zijn om een doel te bereiken, vullen we deze vaak grotendeels zelf in.10.9-25Jessica E. Kosie, Dare Baldwin (2019) Attentional profiles linked to event segmentation are robust to missing information Cognitive Research: Principles and Implications volume 4, Article number: 8 (2019)We laten ons niet gauw ontmoedigen door ontbrekende inhoud. Hoe we kiezen uit alternatieven als een antwoord bij dubbelzinnige overgangen niet duidelijk is of hoe we wisselen van doelen en daarmee andere voorspelling doen, is nog onderwerp van onderzoek.10.9-26Kosie, J.E., Baldwin, D. Attentional profiles linked to event segmentation are robust to missing information. Cogn. Research 4, 8 (2019).

Het geheugen voor gebeurtenissen speelt een centrale rol in het dagelijks leven, zowel in het autobiografisch geheugen als bij het plannen van taken. De manier waarop mensen activiteiten segmenteren, beïnvloedt sterk wat zij zich later herinneren. Personen die de juiste grenzen tussen gebeurtenissen herkennen en daarmee de juiste kennisfactoren identificeren, onthouden meer en leren gemakkelijker. Een correcte gebeurtenissegmentatie, gecombineerd met voorkennis van doelen, verklaart zowel bij ouderen als jong volwassenen de kwaliteit van hun geheugen. Dit onderstreept dat gebeurtenissegmentatie een fundamenteel denkmechanisme is dat even belangrijk is voor jong als voor oud.10.9-27Jesse Q. Sargent, Jeffrey M. Zacks, David Z. Hambrick, Rose T. Zacks, Christopher A. Kurby, Heather R. Bailey, Michelle L. Eisenberg, and Taylor M. Beckc (2013) Event segmentation ability uniquely predicts event memory. Cognition. 2013 Nov;129(2):241-55.

De waargenomen bouwstenen vormen de basis van ons geheugen en navigatievermogen. Personen die activiteiten beter opdelen in afzonderlijke bouwblokken, onthouden deze later beter.19.9-28Zacks JM, Speer NK, Vettel JM, Jacoby LL. Event understanding and memory in healthy aging and dementia of the Alzheimer type. Psychology & Aging. 2006;21(3):466–482. Segmentatie is de sleutel voor een sterk geheugen: hoe nauwkeuriger de opdeling, hoe beter het geheugen en hoe doelgerichter de acties. Kennisfactoren fungeren daarbij als ankers voor het langetermijngeheugen. Het vermogen om onafhankelijke kennisfactoren te herkennen, verbetert niet alleen het geheugen maar vergemakkelijkt ook het aanleren van nieuwe vaardigheden. Omgekeerd leidt het identificeren van verkeerde segmenten tot een slechter geheugen en bemoeilijkt het leren aanzienlijk.

Het afleiden van segmenten is afhankelijk van het doel van een persoon. Een ander doel resulteert in een andere segmentatie en een verschuiving in relevante kennisfactoren. Om het geheugen te versterken, is het daarom essentieel om het doel van een opleiding expliciet te benoemen. Leg uit wat het nut is, welke beslissingen iemand kan nemen met de nieuwe informatie, en het geheugen zal aanzienlijk effectiever werken. Hoewel deze wetenschappelijke inzichten onomstreden zijn, wordt deze kennis in de praktijk helaas nog te weinig toegepast.

Vorige pagina Volgende pagina Inhoudsopgave

Comments