Simpel gezegd kunnen we de wereld op twee manieren onthouden. De eerste manier is het onthouden van de werkelijkheid als een foto. Hoewel sommige mensen een fotografisch geheugen hebben, is dit voor de meeste mensen een onmogelijke uitdaging. Zie de video The Cognitive Tradeoff Hypothesis voor meer achtergrond. De tweede manier is de wereld op te delen in zich herhalende delen en deze delen te combineren om een volledig beeld op te roepen.
Een voorbeeld van een persoon met een fantastisch geheugen is Harry van der Laan. Hij kon in het programma «Wedden, dat …?» aan de hand van een kort fragment van een journaal vertellen op welke datum het was uitgezonden. Harry had een fotografisch geheugen. Hij las iets en kon de tekst onmiddellijk reproduceren. Arjen zat bij hem in de klas op de middelbare school en stond in het begin van het leerjaar versteld van zijn gaven. Arjen had vieren, vijfjes en zesjes waar Harry negens en tienen als rapportcijfer kreeg. Aan het einde van het jaar waren de rollen echter omgedraaid. Harry kreeg steeds lagere cijfers en Arjen steeds hogere. Harry was niet in staat om herhalingen in tijd, ruimte en aantal af te leiden en afzonderlijk op te slaan in zijn geheugen. Voor hem was een waarneming een volledig geheel. Arjen denkt vanuit de samenstellende delen en heeft in het begin altijd moeite om alle componenten uit elkaar te halen. Maar zijn ze eenmaal onderkend, dan ligt toepassing ervan voor de hand. Arjens geheugen is een stuk kleiner dan dat van Harry. Arjen onthoudt niet alle feiten, maar leidt ze af door de losse bouwstenen met elkaar te combineren. Dat gaat in het begin niet altijd goed, maar is snel te verbeteren. De hersenen van Harry en Arjen werken blijkbaar anders en zijn elk geschikt voor andere taken. Dat is soms een zegen en soms een vloek.
We staan verder niet stil bij het fotografische geheugen. We richten ons op de ontledings- en samenvoegingsprocessen die aan de basis staat van onze kennis van de wereld.
Het vereenvoudigen van de wereld door delen te onderscheiden noemen we segmenteren. Een segment is een deel van het geheel. Bij het waarnemen is dit vrij eenvoudig. Bij een mens onderscheiden we een hoofd, armen, lichaam en benen. Allerlei andere indelingen zijn ook mogelijk, afhankelijk van het oogmerk dat we kiezen.
Bij het beïnvloeden stellen we hogere eisen aan delen. Een deel dat bijdraagt aan het bereiken van een gekozen doel, noemen we een factor. Het verschil tussen een segment en een factor is dat een factor bijdraagt aan het bereiken van een resultaat, terwijl een segment dit niet hoeft te doen. Als we de snelheid van een auto meten, dan is de kleur een onderdeel van de auto, maar het is geen factor, geen medebepalend deel. Het maakt niet uit of de kleur geel of groen is; de kleur beïnvloedt de snelheid van de auto niet.
Bij het afleiden van factoren streven we naar een zo eenvoudig mogelijk resultaat. Hoe eenvoudiger het resultaat van het factoriseren, hoe minder energie het onthouden kost. Het vereenvoudigingsproces is te vergelijken met het afleiden van de grootste gemene deler om een zo eenvoudige breuk te maken. Op de basisschool leerden we om de breuk 75/105 te herschrijven als 5/7 door zowel de noemer als de teller te delen door vijftien. Dit eenvoudige resultaat streeft ons brein ook na. Factoriseren is in de rekenkunde het herschrijven van een resultaat in kleinere delen, die met elkaar vermenigvuldigd weer het oorspronkelijke resultaat opleveren. Hetzelfde principe passen we toe in het dagelijks leven. Elke factor onthouden we het liefst eenmaal en passen we meerdere keren toe.
Factoriseren vereist in vergelijking met een fotografisch geheugen minimaal twee extra denkprocessen. Het eerste proces is het opknippen in zelfstandige, medebepalende delen. We zoeken naar onafhankelijke factoren die we keer op keer kunnen toepassen. Het tweede proces is het samenvoegen van deze kennisfactoren om een beslissing te nemen en de werkelijkheid te beïnvloeden. Dit maakt het verschil tussen Harry en Arjen duidelijk: Harry factoriseert niet, terwijl Arjen dat juist wel doet.
Vorige pagina Volgende pagina Inhoudsopgave