Beschouwingseenheden lijken vaak op elkaar. Mensen zijn bijvoorbeeld allemaal gelijk en toch ook een beetje anders. Door alle gelijke kenmerken eenmalig te onthouden, verminderen we de hoeveelheid informatie die we moeten onthouden. Mensen hebben normaal gesproken twee armen en twee benen. Dit kunnen we eenmaal onthouden en toepassen op alle mensen. Alleen uitzonderingen onthouden we apart.
Deze minimalisatie van informatie kunnen we versterken door herhalende kenmerken in een hiërarchie te plaatsen en alle herhaling te elimineren. We kunnen bijvoorbeeld een structuur maken met een huis. In het huis bevinden zich kamers en een keuken. In de woonkamer staan stoelen. Elk huis is anders, maar elk huis heeft kamers en stoelen. Dit eliminatieproces begint eenvoudig, maar is al gauw zo complex dat we hoofdstuk 4 er volledig aan wijden.
Herhaling zien we niet alleen terug bij waarnemingen, maar ook in ons handelen. Bij het bedenken van nieuwe activiteiten komen steeds dezelfde medebepalende delen (factoren) naar voren. Elke keer herkennen we dat een persoon een doel nastreeft, hiertoe activiteiten onderneemt, de wereld waarneemt en communiceert met groepsgenoten. De vijf factoren die hierbij een rol spelen, leggen we uit in hoofdstuk 5 . Net als de beschouwingseenheden kunnen we ook deze routes naar een doel in een hiërarchie plaatsen. Zo ontstaat een hiërarchische opbouw van routes naar een gekozen doel. Bovenin de hiërarchie staan simpele route, bijvoorbeeld we gaan naar Rome, onderin staan gedetailleerde instructies, bijvoorbeeld twee straat rechts. Een hiërarchische laag in deze opbouw noemen we een beïnvloedingslaag.
De kennisfactoren zijn onderdeel van de beïnvloedingsketen: we willen een doel bereiken met acties. Dit is een ander proces dan het waarnemen. Bij het waarnemen optimaliseren we ons geheugen door de gemeenschappelijke kenmerken in een hiërarchie in plaatsen. In een beïnvloedingsketen kiezen we de beste weg naar het doel door knooppunten op elkaar aan te sluiten. Pas hierna plaatsen de routes in een hiërarchie om
Het vinden van een gezamenlijk kenmerk is een ander principe dan het vinden van factoren. De principes zijn niet uitwisselbaar, maar vullen elkaar wel aan.
Staat interesse aan het begin van onze kennis of het denkvermogen om de details te onderkennen en met elkaar in verband te brengen?
Niet alle mensen en dieren hebben het denkvermogen om de kennisfactoren te onderscheiden. De achterliggende redenen ontgaan ons nog. Waarom ziet een leeuw een safariauto inclusief inzittenden als een geheel en zijn mensen in staat om koplampen, deuren en passagiers te onderscheiden? Waarom kan de dolfijnensoort stenos niet uit een visnet springen en kunnen de dolfijnensoorten stenellas en spinners dit wel.3-4Karen Pryor (2009) Reaching the Animal Mind: Clicker Training and What It Teaches Us About All Animals Kunnen springen is voor de dolfijnen geen probleem. Evenzo is het voor een leeuw geen probleem om mensen op te eten die buiten een auto staan. Toch doen leeuwen dit niet als mensen een onderdeel van de auto lijken te zijn. Blijkbaar is het opdelen van het een geheel een vaardigheid die veel denkvermogens eist en vereist het combineren van deze delen om een doel te bereiken nog meer denkkracht. Het opdelen van het geheel is ook voor veel mensen een te grote uitdaging. De deurbel doet het bijvoorbeeld niet. Waarom doet de bel het niet? Wat is er aan de hand? Veel mensen zijn niet in staat om dit probleem systematisch te onderzoeken.3-5Willem A. Wagenaar Engelse publicatie nog onbekend, bron is gesprek. Blijkbaar kunnen we alleen problemen oplossen als we het gewenste resultaat begrijpen, de gehele situatie op kunnen opdelen in onafhankelijke stukken en voor elk stuk alternatieven kunnen bedenken. Hebben we geen benul hoe we de situatie kunnen opdelen, dan stopt ons denken en komen we niet in actie, net zoals de leeuwen doen. We stellen dan geen vragen, omdat we niet weten welke vragen we moeten stellen. Door het ontbreken van vragen zijn we niet geïnteresseerd en verdiepen we onze kennis ook niet. Onbekwame personen nemen vooral het geheel waar, niet de samenstellende delen.
Vorige pagina Volgende pagina Inhoudsopgave