Het duiden van menselijk gedrag is niet eenvoudig. Het aantal invalshoeken is schier oneindig. Daarom is het aantal theorieën over menselijk gedrag zeer groot. Voor elk wat wils, lijkt het motto te zijn. In dit boek kies ik niet een willekeurig gezichtspunt om daar een theorie aan te verbinden. Ik veranker de uitleg van het menselijk gedrag ...
Het samenhangend 3DE5-raamwerk beschrijft de basis van het menselijk gedrag. De vraag is dan natuurlijk of ik deze redenering kan koppelen aan andere gedachtegangen. In het verleden hebben immers talrijke denkers hun hoofd gebroken over de vraag hoe menselijk gedrag valt te verklaren. Zijn deze verklaringen in te passen in de Essential5 of verwijzen ze de Essential5 naar de schroothoop?
In dit hoofdstuk ga ik eerst te rade bij de oudste religies en vervolgens bij eigentijds onderzoek. Daarna komen persoonlijke eigenschappen aan de orde die ons gedrag zouden moeten verklaren.
..
Het boeddhisme is rond 400 voor Christus ontstaan als antwoord op het hindoeïsme. ...
...
Het meest opvallend in deze opsomming is ...
... Bijzonder is verder het ontbreken van negatieve ...
De verankering en het eerste kernthema van dit boek ...
...
In het jodendom en christendom vormen de ....
...
Tabel 11: Levensdoelen en levensregels in het christendom en jodendom
...
Naast de centraal staande opdracht tot ...
De teksten in de Koran zijn ...
...
Tabel 12: Levensdoel en leefregels van islamieten
Los van religie kunnen we ook mensen vragen wat hun levensdoelen zijn. Wat willen we bereiken in ons leven? ...
...
Tabel 13: Levensdoelen van Nederlanders
Het bijzondere in deze levensdoelen is ...
...
Een doel kunnen we op verschillende manieren bereiken. De levenshouding beschrijft de wijze waarop we de levensdoelen willen bereiken. Het beschrijft niet het resultaat, maar de weg, het proces er naar toe. ...
...
De levenshouding kent in vergelijking met de levensdoelen twee belangrijke verschillen. ...
...
Veel mensen ontlenen het besef van goed en kwaad aan ...
...
We zijn geen simpele rationele wezens. ...
Ook hier zien we dat het 3DE5-raamwerk ...
Bij het bespreken van de doelen van de mens mag de behoeftepiramide van Abraham Maslow niet onbesproken blijven. Het is voor veel mensen een ijkpunt.
Maslow beschreef het doel van mensen in een behoeftepiramide van acht lagen en ...
...
Maslow heeft een hele belangrijke bijdrage geleverd aan ...
Maslow benadert de mens vanuit...
...
Steven Reiss bouwt voort op het werk van Robert W. White uit 1959, die voorstelde om ...
...
In 3DE5 staat de doelstelling van de mens centraal in de redenatie doel, denken daden. In het boeddhisme vind ik dit terug als ... Het denken ontleed ik vervolgens met de Essential5-ambities. Daarvan verwoordt het hindoeïsme de ...
... Die zijn daardoor zeer divers, zeer vaag en missen vaak de kern waar het om draait. ...
...
Ook vaagheid ligt op de loer.219 ...
...
Het Enneagram is een voorbeeld van de aantrekkingskracht van het Forer-effect. De oorsprong ligt onder meer in oude Soefi-theorieën, Jungiaanse psychologie en de stand van de planeten. De basis van het enneagram is een negenpuntsster (ennea is Grieks voor negen), waarbij elke punt voor een ander hoofdtype staat. Ieder mens heeft een hoofdtype maar kan, afhankelijk van de omstandigheden, ook in een ander type veranderen.
De negen typen zijn:
Wetenschappelijke onderzoeken kunnen geen enkel verband aantonen tussen groepen mensen en de negen types. Ook een indeling in hoofd-, buik- en harttypes liep op niets uit. De meeste mensen zijn een mengelmoesje. Dat is logisch, omdat we alle eigenschappen tegelijkertijd moeten hebben om de Essential5-ambities in te vullen. Alleen op andere tijdstippen en in andere situaties. In de tabel 17 heb ik het Enneagram afgebeeld op de Essential5.
Enneagram | |
---|---|
Essential5 | Type |
Lichaam | Levensgenieter |
Romanticus | |
Status | Succesvolle werker |
Baas | |
Identiteit | Perfectionist |
Samenwerking | Gever |
Bemiddelaar | |
Kennis | Waarnemer |
Scepticus |
Tabel 17: Enneagram afgebeeld op de Essential5
Het Enneagram raakt alle ambities van de Essential5, maar kan de gebruikte Enneagramtypen niet onderbouwen met een doel en een redenatie. Het is verder niet mogelijk om tegelijkertijd alle typen te zijn. Kan ik niet gelijktijdig levensgenieter, baas, waarnemer, bemiddelaar en romanticus zijn? Mag ik niet alle Essential5-ambities tegelijkertijd invullen? De onderbouwing is ook nog verborgen in een mistig verleden, als de onderbouwing al bestaat. Het Enneagram is daarmee niet meer dan een gevoel dat vaag in de goede richting gaat. Daar blijft het dan ook bij. Een vaag gevoel. Het voegt niets toe aan de Essential5 of aan het begrip van het menselijk gedrag. Het Enneagram werkt zelfs contraproductief. Het brengt mensen alleen maar in verwarring, omdat het geen houvast geeft voor onze beslissingen.
Ondanks de vaagheid en verwarring weerhoudt het organisaties er niet van het Enneagram in te zetten voor persoonsbeoordelingen.221 Het directoraat Natuur van het ministerie van Landbouw stuurt alle nieuwe medewerkers twee keer twee dagen op enneagramtraining. Voor de rest is er een jaarlijkse opfriscursus. En het ministerie is niet de enige. Tal van Nederlandse organisaties – zoals ABN Amro, Philips, de Belastingdienst en het ministerie van IenM – werken met het enneagram. De ruime belangstelling van het zakenleven en de overheid voor een instrument afkomstig uit de alternatieve hoek is op zijn zachtst gezegd verrassend. Wetenschappelijk onderzoek sijpelt blijkbaar nauwelijks door tot de praktijk.
Slechts één persoonlijkheidstheorie heeft een ‘wetenschappelijke’ status: de Big Five. Wetenschappelijk in de zin dat meerdere onderzoekers tot dezelfde slotsom komen. Reeds in de jaren dertig van de vorige eeuw ontwikkelden onderzoekers de eerste voorloper van de Big Five.222 In de jaren tachtig ontstond opnieuw interesse in een model voor een karakterbeschrijving.
De ontwikkelaars van de Big Five zijn uitgegaan van de veronderstelling dat alle persoonlijkheidseigenschappen een plek in de taal hebben gekregen. Dit noemen ze de ‘lexicale hypothese’. Volgens deze theorie hebben we in de loop van de tijd woorden verzonnen om persoonlijkheidseigenschappen te beschrijven en er met elkaar over te kunnen praten. Hoe belangrijker we een eigenschap vinden, hoe meer woorden (synoniemen) we er voor bedenken. In verschillende landen en talen beschrijven mensen elkaar op een vergelijkbare manier. Dat onderbouwt de aanname. De Big Five ontleent de vijf dimensies aan een groot onderzoek van het gebruik van (bijvoeglijke) naamwoorden. De vijf belangrijkste dimensies van menselijke karakters zijn ontdekt aan de hand van factoranalyse. Deze statistische techniek berekent hoe waarschijnlijk het is dat meerdere gedragseigenschappen bij een persoon tegelijkertijd voorkomen. De Big Five is het antwoord op de lijst van Gordon Allport met vierduizend persoonlijkheidskenmerken, de indeling van Raymond Cattell met zestien dimensies en de theorie van Hans Eysenck met drie dimensies. Vijf leek een beter aantal.
De Big Five beschrijft onze persoonlijkheid aan de hand van (aspecten van) vijf dimensies: Extravert tegenover Introvert, Rust tegenover Onrust, Behoudend tegenover Vernieuwend, Wanordelijk tegen Ordelijk en Meegaand tegenover Dominant.
1) Introvert tegenover Extravert Extraverte mensen hebben behoefte aan gezelschap, leggen gemakkelijk contact met andere mensen en zijn gemakkelijk in de omgang. Introverte mensen daarentegen kunnen goed alleen zijn en kunnen hun voldoening halen uit hun eigen werkzaamheden.
2) Rust tegenover Onrust Onrustige mensen zijn besluiteloos, snel geprikkeld en wisselen snel van stemming. Mensen met een hoge emotionele stabiliteit zijn daarentegen zelfverzekerd, kunnen tegen kritiek en zijn vaak kalm.
3) Behoudend tegenover Vernieuwend Vernieuwende mensen staan open voor nieuwe ervaringen en onderzoeken die graag. Ze zijn avontuurlijk en rijk aan fantasie. Ze vormen graag hun eigen mening. Mensen die meer aan de behoudende kant scoren, zijn nuchter en praktisch. Ze volgen graag gebaande paden, verdiepen zich zelden ergens in en zijn volgzaam.
4) Wanordelijk tegenover Ordelijk Ordelijke mensen willen de wereld graag onder controle hebben. Ze zijn gedisciplineerd, werken planmatig, houden van duidelijke regels en maken heldere afspraken. Wanordelijke mensen zijn chaotisch, houden zich niet aan regels en zijn nonchalant.
5) Meegaand tegenover Dominant Dominante mensen beïnvloeden graag anderen en gaan graag de competitie met anderen aan. Meegaande mensen zijn coöperatief, bescheiden, behulpzaam en geneigd tot samenwerken. Ze kunnen zich goed in een ander verplaatsen en zijn geneigd anderen te nemen zoals ze zijn.
Big Five dimensies | ||
---|---|---|
Essential5 | (Negatieve) pool | (Positieve) pool |
Lichaam | ||
Status | Dominantie | Meegaand |
Identiteit | Onrust | Rust |
Wanorde | Orde | |
Samenwerking | Introvert | Extravert |
Kennis | Behoudend | Vernieuwend |
Tabel 18: De Big Five afgebeeld op de Essential5
Hoewel de Big Five niet de begrippen negatieve en positieve pool kent, proberen vele onderzoekers wel een verband te vinden tussen succes in een groep en de positieve pool. Deze pogingen zijn gedoemd te mislukken, omdat het losstaande dimensies zijn die geen verband hebben met een doel. Met andere woorden, we weten niet waarom de dimensies belangrijk zijn. En ook niet waarom het er vijf zijn. Waarom geen drie of acht dimensies? De Big Five is gewoon een uitkomst van een statistische analyse, niet meer dan dat.
Passen we dezelfde statistische technieken toe op honden, dan beschrijven hondeneigenaren het karakter van een hond als223:
De vraag is wat we eigenlijk beoordelen bij honden en bij mensen. Het antwoord is dat we beschrijven op welke wijze we samenwerken. Vooral het begrijpen van de ongeschreven regels en de wijze waarop we deze uiten verwoorden we.
Stelt u zich een vierjarig meisje voor dat mag meespelen met een groep zesjarigen. De vierjarige handhaaft zich in de groep als ze de regels begrijpt en kan toepassen. Ze snapt het spel. Ontgaat het spel haar, dan verstoort ze het spel en mag ze de volgende keer niet meer meedoen. Laat de Big Five op de spelers los. Scoort de vierjarige dan binnen de regels van het spel 'hoog' in de Big Five? Ik denk van wel, omdat ze voldoet aan de sociale normen in het spel. Maar het zegt niets over de persoon buiten het spel.
Ook bij honden beoordelen we de samenwerking met de baas. Honden luisteren uitstekend naar hun baas als ze goed zijn getraind.224 Honden passen hierdoor prima in de menselijke samenleving. Dit klinkt als gezond verstand, maar mensen zijn zulke sociale dieren, dat ze vaak vergeten hoe ongewoon hun eigen vaardigheden zijn in het communiceren. Chimpansees, vaak beschouwd als het op twee na intelligentste dier na mensen en dolfijnen, pakken sociale aanwijzingen – bijvoorbeeld wijzen, trommelen of kijken - niet op. Ook wolven doen dat niet.
Voor volwassen mensen geldt hetzelfde principe. Begrijpen we het spel dat leven heet, en geven we de gewenste antwoorden en reacties in een specifieke situatie, dan scoren we 'hoog' binnen de ‘Big Five’.
Deze persoonlijkheidstheorie toetst daarmee eigenlijk de wijze waarop we samenwerken en onze ideeën communiceren.
Het wetenschappelijk gehalte van de Big Five is twijfelachtig. Niet omdat de analyse van de woorden niet klopt, maar omdat de basisredenatie geen hout snijdt. Leggen we alle persoonskenmerken wel vast met een woord? Waar hebben bijvoorbeeld de ambities, de doelstellingen en de situatie een plaats gekregen in de Big Five? Of ontbreken ze gewoon en is de methode daarmee ontdaan van zijn fundament?
De Big Five beroept zich verder voor op zijn robuustheid. De theorie is af te leiden uit vele culturen en uit allerlei leeftijdsgroepen. Deze algemene toepasbaarheid is een structurele fout die vrijwel alle persoonlijkheidstheorieën maken. Deze algemeenheid beschouw ik als een zwakte. Het toont aan dat de theorie slechts een deel van het menselijk gedrag beschrijft. Zonder doel en situatie is menselijk gedrag immers niet te duiden.
Een andere hinderlijke bijkomstigheid is het impliciete oordeel dat de vijf dimensies oproepen. Extraverte mensen zijn bijvoorbeeld spraakzaam en spontaan. Introverte mensen zijn afstandelijk en gereserveerd. De verstopte boodschap is hier dat extraverte mensen ‘beter’ zijn. Dat klopt als we samenwerken en het communiceren van elkaars ideeën voorop zetten. Het klopt volstrekt niet als we uitgaan van willekeurige andere doelstellingen.
De Big Five oogt overtuigend, maar valt bij nadere beschouwing volledig door de mand. Is de 'wetenschappelijke' status van het statistische onderzoek dan nog van belang? Nee. De Big Five stijgt door de algemene toepasbaarheid niet ver uit boven het wazigheidsniveau van de persoonlijkheidsbeschrijvingen van Forer. Geen wonder dat de professionele beoordelaars het vak een kunst vinden en geen kunde.
Bij nadere analyse bleken slechts ...
De Big 8 is het grotere broertje van de Big Five. De problemen blijven echter gelijk. Dat komt doordat ...
...
...
Waar het Enneagram, de Big Five, en de hier niet besproken managementdenkers zoals Covey (Seven habits of highly effective people) en Robert E. Quinn (acht management rollen: Mentor, Stimulator, Controleur, Coördinator, Bestuurder, Producent, Bemiddelaar, Innovator ) pretenderen een algemeen geldende beschrijving te geven, ...
...
Sterk in deze benadering is ....
Zwak is het ...
Een andere benadering is de vraag of het gezicht van de leider succes kan voorspellen. ...
...
Tabel 21: Leiderschap op het eerste gezicht afgebeeld op de Essential5
Een groot bedrijf heeft behoefte aan ...
...
Deze vier niveaus maken een fundamenteel probleem duidelijk ...
...
In de praktijk gaat deze vlieger echter niet op. ...
Tabel 22: Hay beoordelingssystematiek afgebeeld op de Essential5
Hoewel, of misschien juist omdat ...
Het systeem is niet opgezet ...
...
De term onderbewustzijn roept het gevoel op dat het bewustzijn 'hoger' is. Niets is minder waar. Ons onbewuste is én veel sneller én bevat veel meer kennis dan het bewustzijn. We kunnen onze hersenen veel beter zien als een democratie waarbij af en toe een lobbygroep de meerderheid overtuigt van hun gelijk.
De grondleggers van de psychoanalyse zijn Sigmund Freud, Carl Gustav Jung en Alfred Adler. Freud ontwikkelde de eerste gedachten, maar zijn theorie en aanpak staan bloot aan bijzonder veel kritiek. Het is inmiddels wetenschappelijk naar de prullenmand verwezen. De claims van Sigmund Freud over de effectiviteit van zijn aanpak bleken te berusten op leugens en bedrog. Ook Jung en Adler verwierpen de aanpak van Freud en ontwikkelden ieder een eigen behandelwijze.
Freud's grote waarde is het opdelen van het menselijk denken, het benoemen van het onderbewustzijn (de verkeerde term voor het onbewuste) en de beschrijving van de ontwikkelingsfasen van een kind. Naast open deuren zoals levensdrift, behoefte aan seks en doodsangst zijn vrijwel alle andere beschrijvingen meer ontleend aan de fantasie van Freud dan aan objectieve waarnemingen en redenaties. Het duiden van dromen geeft bijvoorbeeld aandacht aan de persoon die op de divan ligt. Met het oplossen van gedragsproblemen of wetenschap heeft het niets te maken.
Jung ontwikkelde als antwoord op Freud zijn eigen theorie. Hij bedacht de archetypen. Archetypen zijn manieren waarop we ons 'standaard' kunnen ontwikkelen zoals 'de held' en 'de schurk'. De archetypen komen uit ons collectieve bewustzijn dat onze voorvaderen aan ons doorgeven. Vanuit de archetypen ontwikkelen we een 'IK' dat alle tegenstellingen in de archetypen opheft. Jung is vooral bekend van de psychologische typen: denken, voelen, waarnemen en intuïtie. Bij elk mens is een van de typen dominant en vormt zijn 'IK'. De typen vormen de basis van de Myers-Briggs type indicator. Zie hoofdstuk 11.9. Net als Freud hebben Jungs theorieën een hoog fantasiegehalte.
Adler keek naar de persoonlijkheid, de levensstijl, oftewel hoe een individu leeft, problemen oplost en interpersoonlijke relaties aangaat. Voor Freud bepaalde het verleden – bijvoorbeeld traumatische ervaringen in de kindertijd - de persoonlijkheid. Voor Adler speelde de toekomst – onze doelstellingen, onze waarden en idealen - een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de persoonlijke levensstijl. Volgens Adler is de belangrijkste drijfveer de drang naar perfectie in een groep. Adlers analyse is volgens mij in de basis correct, de uitwerking is echter tijdgebonden en te beperkt.
De cognitieve gedragstherapie (Cognitive Behavioral Therapy) is het antwoord van de professie op de kritiek op de psychoanalyse. De therapie kijkt niet naar het verleden, maar naar het heden. In tegenstelling tot andere psychologische behandelingen, is het aantal sessies beperkt. De behandeling richt zich op bewezen aanpakken in specifieke situaties. Seks komt slechts zijdelings aan de orde. Omdat er zoveel verschillende situaties zijn, is het aantal cognitieve gedragstherapieën bijzonder groot. Enkele behandelingen zijn zeer succesvol, maar een bouwwerk, een theorie waarom de aanpak werkt, ontbreekt. Dat gat vult het 3DE5-raamwerk in.
De MBTI is vanaf 1923 ontwikkeld door Katharine Cook Briggs en haar dochter, Isabel Briggs Myers. De MBTI is een instrument om de psychologische types van Jung te meten, te valideren en toe te passen in praktijk. De MBTI geeft in vier letters de voorkeur aan voor extravert-introvert, beseffen-intuïtie, denken-voelen en oordelen-waarnemen. Voorkeuren zijn niet goed of fout. De voorkeuren laten simpelweg zien dat ieder mens zijn eigen interesses heeft en op andere onderwerpen let, en dat het daarom lastig is om elkaar te begrijpen.
De MBTI vraagt naar de volgende voorkeuren:
Het probleem van de MBTI is dat het de wereld indeelt in zestien mogelijke combinaties aan de hand van een beperkt aantal vragen. De schaal waarop we de indelingen maken is zwart-wit. We zijn extravert of introvert. We gebruiken in de uiteindelijke score niet een glijdende schaal van bijvoorbeeld 0 (extravert) tot 100 (introvert) met als mogelijke score 43. De zwart-wit situatie geeft een heldere presentatie en gemakkelijk te lezen instructies. Het doet echter geen recht aan de complexe werkelijkheid. Wat is het type van de schrijver dezes met de volgende scores:
Extraversion – Introversion : 43
Sensing – iNtuition: 64
Thinking – Feeling: 50
Judging – Perceiving: 50
De officiële uitslag volgens de MBTI was ENTJ, de hoofdletters van de voorkeuren. In goed gezelschap van Napoleon Bonaparte, Julius Caesar, Margaret Thatcher, Henry Kissinger, Aristoteles, Sigmund Freud. Wellicht had het ENFP moeten zijn, of een andere mix van letters, die komt bovendrijven in andere omstandigheden.
De MBTI beschrijft een deel van het proces waarop we tot een besluit komen en niet de uitkomst. De vraag is of de wijze waarop iemand tot een besluit komt, belangrijk is, zolang de oplossing juist of acceptabel is. Is voelen bijvoorbeeld wezenlijk verschillend van denken? Is voelen niet hetzelfde als denken zonder op dat moment bewust de argumenten te kennen. Het is bovendien situationeel gebonden. Als iemand veel weet over de opbouw van computers zal hij intuïtief een beslissing nemen over bijvoorbeeld de aanschaf van een vaste schijf. Het is voor hem veel te veel werk om alle informatie expliciet te maken als het de beslissing toch niet verandert. Iemand zonder kennis zal juist alle informatie op schrift willen zien om te voorkomen dat hij de verkeerde beslissing neemt. Bij een ander onderwerp kan deze voorkeur volledig omgekeerd zijn. Intuïtie is de optelsom van alle ervaringen en kennis die we tot ons genomen hebben. Die is voor iedereen in elke situatie anders.
De MBTI presenteert de vier dimensies als vier afzonderlijke 'vakgebieden' die elk tegenovergestelde polen kennen. Het is mij volstrekt onduidelijk waarom de elementen los staan van elkaar en waarom de elementen tegenpolen kennen. Ons denken (Thinking) vindt voor een groot deel onbewust plaats (Intuition) wat we vaak benoemen als gevoel (Feeling). Onze doelstellingen, ons succes daarbij en de reactie van de directe omgeving, bepalen ons gedrag (Extraversion / Introversion). Hoe beter ons waarnemingsvermogen (Sensing), hoe beter we de situatie kunnen inschatten. Naast deze trits van waarnemen, onthouden en denken, benoemt de MBTI een statuscomponent. Praten we onszelf op de statusladder omhoog (Judging) of zijn we niet statusgevoelig (Perceiving).
Net als de andere beoordelingsmethoden neemt de MBTI bovendien aan dat eigenschappen constant zijn en iemands gedrag bepalen. Beide aannames zijn onjuist. We kennen bijvoorbeeld allemaal het verschijnsel dat iemand in een bepaald gezelschap verlegen en teruggetrokken is en in een ander gezelschap zich extravert kan gedragen. Is er dan sprake van een vaste, persoonlijke eigenschap? Of bepaalt de situatie iemands gedrag? Of beide? Wat meten we dan eigenlijk met de MBTI-vragenlijst?
De MBTI is volgens mij een bij elkaar geharkte indeling die overtuigend overkomt, maar bij nadere analyse een zeer hoog grabbeltongehalte heeft. De MBTI is niet af te beelden op de Essential5 omdat de vier dimensies elkaar overlappen en niets zeggen over de Essential5-ambities.
Hoe komt het dat iemand goed is in zijn vak?228 Waaraan herkennen we mensen die goed zijn binnen het vakgebied, mensen die reële problemen succesvol oplossen? Bestaat er een methode of test waarmee we 'potentials' kunnen selecteren, anders dan de nu gebruikte methoden? Zijn mensen die creatief zijn en goed logisch kunnen redeneren beter in hun vak dan mensen die die vermogens ontberen?
...
De wens om elkaar te beoordelen ligt opgesloten in de ... Wat is nu goed en wat niet?
Ik kies voor het links laten liggen van ..
Ik denk dat het kenschetsen van een persoon aan de hand van ...
...
Naar hoofdstuk 12