Door de historie heen is het beter geweest om te leven onder een politieke tirannie dan onregelmatig aangevallen te worden door rovende bendes. Dit is opmerkelijk. Beide groepen nemen van de mensen wat ze kunnen krijgen. Waarom zou dan de ene rover beter zijn dan de andere? Volgens Mancur Olson, die in 1998 stierf, heeft de tiran belang bij het gebied dat hij uitbuit: als het zich voorspoedig ontwikkelt, kan hij meer belastingen heffen of goederen onttrekken. Een rovende bende vernietigt alleen maar en trekt verder. Een stationaire rover houdt de belastingen op de korte termijn laag om de groei te bevorderen en daarna meer opbrengsten te genereren. Hij gaat zelfs verder door groei bevorderende publieke goederen zoals bruggen te bouwen en wegen aan te leggen om zijn aandeel te maximaliseren.
Autocratie is daarmee vaak beter voor de slachtoffers dan anarchie. Hoe zit het dan met democratie? Stel dat een democratie alleen regeert in het belang van de meerderheid die het aan de macht houdt. Stel met andere woorden dat ze de minderheid net zo uitbuiten als een tiran. Is een democratie dan beter dan een tirannie? Ja, veel beter, omdat de meerderheid een veel groter belang heeft bij de ontwikkeling van het land. De meerderheid profiteert direct van nieuwe publieke goederen zoals wegen en profiteert meteen van de stijgende inkomens. Hoe groter de meerderheid, hoe groter het wederzijdse belang van burgers en overheid. Goede constituties met een goede machtsverdeling vereisen vergaande meerderheden (2/3 of meer) die het uitknijpen van de minderheid nog verder tegengaan en het leveren van publieke goederen meer stimuleren. Deze stimulans treedt al op bij uitbuitende meerderheden die alleen gaan voor eigen belang. In werkelijkheid hebben de stemmers ook nog oog voor de algemene ontwikkeling van het land en delen ze hun weelde met hun buren. De wederzijdse voordelen zijn dan nog veel groter.
Deze redenering vernietigt in een keer het argument dat democratie een luxe is die alleen rijke landen zich kunnen veroorloven. In de historie is de verdeling van politieke macht en opkomst van een representatieve overheid vaak een impuls voor snellere economische groei. Het is waar dat welvaart een vereiste is voor democratie, maar het omgekeerde is, hoe onwaarschijnlijk voor sommigen ook, net zo waar.
Wederzijds belang gaat verder dan democratie. Ook in de handel is het essentieel. Zelfs in de arme landen is overal handel. Overmatig ingrijpen van de overheid in markten beperkt de handel, maar de meest productieve (en daarom meest winstgevende) transacties worden in het algemeen niet voorkomen. Alleen aan de randen waar de transacties weinig waarde scheppen, doet het overheidsingrijpen pijn. Overigens, regeringen in rijke landen grijpen ook veel in op markten, vaak net zo onhandig. Misplaatst overheidsingrijpen kan niet zoveel schade toebrengen aan de economie dat dit het verschil tussen Nederland en bijvoorbeeld Mozambique verklaart.
Het essentiële verschil tussen arm en rijk zit niet in de markten die bestaan, maar in de markten die totaal ontbreken. Markten in de armste landen doen vaak aan ruilhandel, goederen worden ter plekke tegen andere goederen geruild. Transacties op afstand of vooral in tijd kunnen niet ter plekke afgehandeld worden. Een belofte om volgende week te betalen voor de goederen die deze week zijn ontvangen, is voor de verkoper riskant. Als handelaren zulke afspraken (contracten) niet met vertrouwen kunnen maken, dan bestaat de bijbehorende markt vaak helemaal niet. Een eigenschap die alle arme landen met elkaar gemeen hebben is dat standaard afspraken over het nakomen van contracten en eigendomsrechten slecht gedefinieerd zijn of nauwelijks worden afgedwongen. Deze nakomingsrechten zijn noodzakelijk om goedontwikkelde handel te krijgen en vervolgens snelle groei. Het zijn eigenlijk ook publieke goederen. Volgens Olson is het ontbreken van deze nakomingsrechten, het gevolg van ontbreken van belangen voor de heersende klasse. Opnieuw ligt het ontbreken van een democratie en het egoïstische, zelfdienende gedrag van de heersende klasse aan de basis van het falen van de economie van een land.
Waarom ontwikkelde Duitsland zich na de Tweede Wereld oorlog zo voorspoedig en terwijl Engeland achterbleef. Duitsland verloor en Engeland won de oorlog. Beide landen waren vergelijkbaar. Waar komt dan het verschil in economische groei vandaan?
Wanneer werken mensen samen om geldelijk voordeel aan een situatie te ontlenen? Bijvoorbeeld vijf autofabrikanten kunnen gemakkelijk een kartel of lobby groep vormen om elk een vijfde deel van de extra opbrengsten -prijsverhogingen of subsidies- in de zak te steken. Vijf miljoen autorijders bijeenbrengen om terug te vechten is echter veel moeilijker. Elke rijder kan hopen dat de inspanning van de andere rijders vruchten afwerpt en heeft daarom persoonlijk niets te winnen bij toetreding tot de actiegroep. Doelgerichte, zich zelf bedruipende groepen hebben een groot, maar niet onoverwinnelijk voordeel over grote groepen die zich druk maken over de samenleving als geheel. Wat heeft dit te maken met de ontwikkeling van landen?
Georganiseerde groepen en belangenbehartigers bouwen in de loop van de tijd steeds meer invloed en macht op totdat ze de economische ontwikkeling meer tegenhouden dan ondersteunen. Een oorlog of een andere ramp elimineert de belangengroepen in een keer. Dit vond plaats in Duitsland en Japan, maar niet in Engeland die veel van zijn oude instituten behield.
Belangengroepen verdedigen elk verworven voordeel voor de leden met huid en haar, meestal met hulp van de overheid. Subsidies, importheffingen en andere economische beperkingen stapelen zich op en uiteindelijk vloeien grote geldstromen naar een gespecialiseerde groep advocaten, bureaucraten en lobbyisten die precies weten hoe het systeem werkt. Herverdelingsvraagstukken in plaats van productiviteitsverhogende maatregelen gaan steeds meer de agenda domineren. Het is dan tijd om fundamenteel de bezem te halen door de belangengroeperingen om de economie te ontdoen van groeibeperkende ketenen.
Mancur Olson benadrukte het belang van goede instituten en verstandig beleid om het lot van arme landen te verbeteren. In deze landen kwijnen vele mensen weg door het egoïstische, zelfdienende gedrag van de heersende klasse. Goede eigendomsrechten, afdwingbare contracten en verstandig economische beleid vormen het verschil tussen armen en rijke landen.
Bron: The Logic of Collective Action, Manson Olson 1965, The Economist, march 7th 1998 Mancur Olson, The Economist February 19th 2000 Out of anarchy Datum laatste wijziging 22 oktober 2004.