Moeten we gewelddadige videospelletjes verbieden?

Weerstand tegen vernieuwing

game console“Ze vergiftigen de geest en bederven de moraal van jongeren.” Jongeren zouden hun tijd verdoen op banken, ondergedompeld in gevaarlijke fantasiewerelden. Deze kritiek kregen romans al in de 18e eeuw, toen ouderen zich uitspraken over de invloed van nieuwe media op jonge mensen. Tegenwoordig lijkt het idee dat romans jongeren zouden beschadigen absurd. Over honderd jaar kijken we vermoedelijk op dezelfde manier terug op critici die nu videospelletjes beschuldigen van het aanzetten tot geweld. Die critici – en zelfs ministers – pleiten voor een algeheel verbod op gewelddadige games. Maar dat is veel te vergaand.

Cyclus

Kritiek op videospelletjes past in een langer historisch patroon van weerstand tegen vernieuwing. In 1816 werd walsen veroordeeld als een dodelijke ziekte die vrije seks zou aanmoedigen. In 1910 werden films bestempeld als “de duivel in eigen persoon, het einde van sociale contacten.” In de jaren vijftig heette het dat rock ’n roll jongeren tot volgelingen van de duivel maakte. Stripboeken kregen in dezelfde tijd de schuld van drugsverslaving en criminaliteit bij kinderen.

Het patroon is steeds hetzelfde: jongeren omarmen een nieuwe vorm van ontspanning. Ouderen begrijpen deze niet en bedenken bezwaren om het vermeende kwaad te keren. Vervolgens worden de jongeren ouder, en het nieuwe medium wordt geaccepteerd. Daarna ontstaat weer een andere vernieuwing, en begint de cyclus opnieuw.

Niet alleen kinderen

De tegenstand tegen videospelletjes is gebaseerd op de veronderstelling dat de meeste gamers kinderen zijn. In werkelijkheid is tweederde van de spelers ouder dan 18, en de gemiddelde leeftijd van een gamer ligt rond de 30 jaar. Deze onjuiste aanname leidt tot een dubbele standaard: gewelddadige films zijn toegestaan zolang ze niet aan kinderen worden verkocht, dankzij een filmkeuring. Bij games hanteren we echter andere, strengere regels.

Interactief leidt niet tot geweld

Zijn videospelletjes anders omdat ze interactief zijn? Zeker, ze kunnen spelers opwinden of tijdelijk agressief maken – maar dat geldt ook voor veel sporten. Er is geen bewijs dat langdurig gamen leidt tot blijvende agressie. Natuurlijk zijn er misdadigers die gamen, maar aangezien de helft van de bevolking videospelletjes speelt, is dat statistisch gezien volkomen normaal.

Een grootschalig onderzoek over tien jaar, afgerond in 2020, concludeerde dat adolescenten die op jonge leeftijd veel gewelddadige videogames speelden later niet agressiever gedrag vertoonden dan jongeren die dat minder of helemaal niet deden.

Keurmerk

Videospelletjes moeten – net als films – een leeftijdsindicatie krijgen. Winkeliers mogen dan geen ongeschikte games verkopen aan minderjarigen, net zoals zij geen films voor volwassenen mogen aanbieden aan kinderen. Aangezien ouders de meeste spelletjes aanschaffen, is de effectiefste manier om kinderen te beschermen: ouders bewust maken van wat ze kopen. Niet alle videospelletjes zijn geschikt voor kinderen – net zoals dat voor films geldt.

Bronnen:

Datum laatste wijziging 4 januari 2021.

Share on