Mensen minimaliseren verlies

Inleiding

Veel theoretici gaan ervan uit dat beurskoersen in het Westen tot stand komen in een efficiënte markt — waarin alle beschikbare informatie onmiddellijk wordt verwerkt in de prijs. Volgens deze theorie is het onmogelijk om de beurs structureel te verslaan. Maar dat beeld is te rooskleurig. In werkelijkheid handelen mensen zelden volledig rationeel, zoals veel economische modellen veronderstellen. Hoe maken we dan écht keuzes?

Kansen ne keuzegedrag

keuze Daniel Kahneman (Princeton University) en Amos Tversky toonden aan dat mensen eerder geneigd zijn om verlies te vermijden dan om winst na te jagen. De emotionele impact van €100 verlies is groter dan de vreugde van €100 winst — een principe dat bekend staat als verliesaversie.

Daarnaast maken we vaak fouten in het inschatten van kansen:

  • Veelvoorkomende gebeurtenissen worden onderschat
  • Onwaarschijnlijke uitkomsten worden overschat
  • Extreme scenario’s verdwijnen uit ons denkbeeld, hoewel ze wél mogelijk zijn
  • We beoordelen beslissingen vaak losstaand, zonder ze in een bredere context te plaatsen

Praktijkvoorbeelden

Colin Camerer heeft enkele praktijkvoorbeelden beschreven die deze theorie onderbouwen.

Taxichauffeurs in New York stoppen vaak met werken zodra ze hun dagdoel hebben bereikt. Op drukke dagen werken ze kort, terwijl ze op rustige dagen langer doorgaan — tegenintuïtief, want juist op drukke dagen levert elk uur meer op. De angst om onder het dagdoel te blijven voelt als verlies, waardoor ze liever 'winnen' dan rationeel doorwerken.

Paardenrace-gokkers proberen verliesdagen goed te maken in de laatste race. Ze wedden op buitenkansen met hoge uitbetaling, puur om als winnaar de dag af te sluiten. Rationeel is dit onzinnig — elke race is statistisch gelijk, of die nu op maandag of zondag valt.

Psychologische mechanismen

Psychologen onderscheiden vele niet-rationele gedragingen van mensen. Een kleine bloemlezing:

Mensen schijnen onevenredig veel beïnvloed te worden door het gevoel spijt te krijgen en geven zelfs eenvoudige voordelen, die binnen handbereik liggen, op voor de kleine kans dat ze falen.

Ze vallen ook ten prooi aan cognitieve dissonantie: het vasthouden aan een mening die duidelijk in strijd is met de feiten of bewijs, vaak omdat ze deze mening lange tijd hebben gehad en hebben gekoesterd. Psychiaters noemen dit soms 'ontkenning'.

Verder is er verankering: mensen worden vaak te veel beïnvloed door suggesties van buiten. Personen laten zich zelfs vaak beïnvloeden ook al weten ze dat de suggesties niet komen van iemand die beter geïnformeerd is. Proeven laten zien dat zelfs de uitkomsten van een draaiend rad de schattingen van proefpersonen kan beïnvloeden.

Proeven tonen ook duidelijk aan dat mensen lijden aan de voorkeur voor de status quo: ze nemen grotere risico's om de bestaande situatie te handhaven dan de risico's die ze hebben gelopen om de huidige situatie te bereiken.

De bewijzen stapelen zich op dat personen voortdurend en irrationeel overlopen van zelfvertrouwen. Bij het beantwoorden van een feitenvraag schatten ze de kans dat hun antwoord correct is meestal te hoog in. Dit kan komen door de neiging gebeurtenissen in klassen of patronen te verdelen. Dit geeft een gevoel van bekendheid en daarmee het gevoel een juiste diagnose te hebben gesteld. We zien soms patronen in gegevens waar geen enkel patroon bestaat. Nauw verwant hieraan is de neiging om op afzonderlijke feiten of gebeurtenissen te letten in plaats van op het volledige verhaal; vaak omdat ze zichtbaarder zijn of onlangs zijn gebeurd.

Een andere menselijke gewoonte is het magische denken: het toeschrijven van gebeurtenissen die niets met ons te maken hebben, aan onze acties. Hiermee nemen we aan dat we een grotere invloed hebben op gebeurtenissen dan feitelijk het geval is. Een belegger kan bijvoorbeeld aandelen kopen die de index verslaan. Hij denkt dat hij een goed inzicht heeft en daarmee een voorsprong op de belegger die op goed geluk handelt. Sommige onder ons vallen zelf ten prooi aan quasi-magisch denken: geloven dat gedachten gebeurtenissen kunnen beïnvloeden, zelfs al weten ze dat dit niet kan.

Veel mensen, zeggen psychologen, zijn ook gevoelig voor 'ik heb het al gezegd'-gedachten. Nadat iets heeft plaatsgevonden, overschatten ze de mate waarin ze het hadden kunnen voorspellen of hebben voorspeld.

Ten slotte, wie kan ontkennen dat mensen vaak emotioneel worden en zich irrationeel gaan gedragen. Doe maar eens het volgende experiment. Geef aan de helft van een groep €10 en laat ze naar eigen keuze een deel daarvan aanbieden aan een andere persoon, de ontvanger. De ontvanger kan het aanbod accepteren of afwijzen. Als de ontvanger het aanbod afwijst, krijgen beide personen niets. Let op hoe vaak bij een laag bod de ontvanger het aanbod uit pure woede afwijst en meer voldoening schept in het nemen van wraak op de aanbieder dan op zijn eigen financiële winst.

Beleggen

Voelt u weerstand om in aandelen te stappen? Uw emotie zegt misschien “nee” — te risicovol, te onzeker. Maar uw rationele kant weet: op lange termijn is het rendement hoger dan op een spaarrekening.

U kunt echter een jaar afsluiten met verlies. En dan rijst de vraag: bent u emotioneel of rationeel?

Zie ook:

Bron: Vrij naar The Economist december 18th 1999
Datum laatste wijziging 14 januari 2000.

Share on